Psalms 96


Zij zullen u op handen dragen
en u zult niet struikelen.

1 Zelfs als u een leeuw tegenkomt
of op een adder trapt,
gebeurt er niets.

2 De Here zegt:
‘Ik zal hem verlossen,
omdat hij zoveel van Mij houdt.
Ik zal hem beschermen,
omdat hij Mij kent en mijn naam eert.

3 Als hij Mij roept,
zal Ik hem antwoord geven.
Als hij het moeilijk heeft,
zal Ik bij hem zijn.
Ik zal hem bevrijden
en in ere herstellen.

4 Ik zal hem een lang leven geven
en hem mijn grootheid tonen.’

5

Een psalm voor de sabbat.

6
7 Het is goed de Here te prijzen.
God, Allerhoogste,
het is goed lofliederen te zingen
tot eer van uw naam.

8 Het is goed ʼs morgens vroeg al te spreken
over uw goedheid en liefde
en ʼs nachts over uw trouw.

9 Het is goed om U te loven
met de snaarinstrumenten:
de harp en de citer
of het tiensnarige instrument.

10 Er is grote blijdschap in mijn hart, Here,
als ik denk aan alles wat U doet.
Ik juich over alles wat U hebt gemaakt.

11 Here, alles wat U doet is ontzagwekkend,
uw gedachten zijn heel diep en wijs.

12 Een mens zonder verstand begrijpt het niet
en ook dwazen kunnen er niet bij.

13 Het lijkt wel
of bij de ongelovigen alles voor de wind gaat,
of zondaars alleen maar gezondheid en voorspoed kennen.
Maar toch zult U ze vernietigen.
Copyright information for NldHTB